vrijdag 31 december 2010

Poëzie met de Wolven van La Mancha in Los Perros Calientes.

Het dichterscollectief 'De Wolven van La Mancha' verscheurt, klauwt en schrijft eigen werk, herkauwt poëzie tot theater, spuwt, kotst en botst op strofen in verse performanceshows, boort stigma's de grond in en verbrijzelt de absurde gedachte dat poëzie zogezegd saai en sullig hoort te zijn door de wereld en omstreken te bombarderen met hun beruchte artistieke evenementen en hopen straattheatergeweld. Deze roedel uit de streek van die man die tegen windmolens vocht brengt pittige en vaak controversiële podiumacts waarin ze graag gretig samenwerken met allerlei kunstenaars om zo tot een convergentie van diverse disciplines te komen. Kortom steengoede optredens uit het Gentse maar over alle grenzen heen: van geil over geestig en charmant tot triestig of decadent!

Naast artistieke evenementen zoals 'Eéndagsrat', 'Leeg' of 'Geruis' waarbij de toeschouwers telkens een intense mix van woord en beeld aangeboden kregen brengen de Wolven sinds 2008 tijdens de Gentse Feesten het internationaal cultuurfestival 'En het Grootste Deel Schreven we Samen in Bed' waar ze tien dagen lang een poëtische oase installeren met dichtkunst, performances en tentoonstellingen. Elke eerste maandag van de maand organiseren De Wolven van La Mancha de Gentse editie van het laagdrempelig vrij podium van de Sprekende Ezels in de Hotsy Totsy en de vijf werkgroepen die samen de troep vormen ('Woord', 'De Schreeuw', 'Audiovisuele', 'Evenementen' en 'Tablo'h Vivant) staan in voor een constante creatieve bedrijvigheid die het collectief maakt tot wat het is. De Wolven van La Mancha organiseert op 28 januari een poëzieavond in Los Perros Calientes in de Goudstraat, om de hoek van de Minor Swing op de Ottogracht.

Link: http://www.dewolvenvanlamancha.com/

donderdag 30 december 2010

Unieke beelden van Andromeda melkwegstelsel op BBC dankzij UGent

Herschel 01 Tussen 18 en 21 december werd met behulp van Herschel ruimtetelescoop de grootste en meest gedetailleerde kaart gemaakt van het Andromedastelsel. Andromeda is het meest nabijgelegen grote melkwegstelsel. De unieke kaart bestrijkt een gebied dat meer dan 50 keer groter is dan de volle maan. De kaart werd gemaakt in het kader van het HELGA project, dat geleid wordt door sterrenkundigen van de UGent. De spectaculaire beelden worden op 3, 4 en 5 januari 2011 op BBC vertoond.

Andromeda (of M31) is het grote melkwegstelsel dat dichtst bij ons ligt. Samen met onze eigen Melkweg wordt het als een soort tweeling beschouwd. De unieke kaart van Andromeda is gemaakt in vijf verschillende infraroodfilters en bestrijkt een gebied dat meer dan 50 keer groter is dan de volle maan. Voor het eerst werd het Andromedastelsel tot voorbij de uiterste rand waargenomen in het infrarood. Dit laat toe om de structuur in zijn totaliteit te bestuderen en tot in details die hun voorgaande niet kennen bij deze golflengten. De kaart werd gemaakt in het kader van het HELGA-project, wat staat voor Herschel Exploitation of Local Galaxy Andromeda. Het project wordt gedragen door een groot internationaal consortium, geleid door sterrenkundigen van de UGent. Het HELGA-team van de UGent bestaat uit dr. Jacopo Fritz, prof. Maarten Baes, ir. Joris Verstappen en Ilse De Looze. De spectaculaire beelden van Andromeda zullen besproken worden in het nieuwe BBC2 programma Stargazing Live op 3, 4 en 5 januari 2011 om 21 uur Europese tijd en zullen rond dezelfde tijd ook verschijnen op de OSHI website (Online Showcase of Herschel Images) van ESA.

De HELGA kaart werdt gemaakt met behulp van de Herschel telescoop. Het Herschel Space Observatory is met zijn 3.5 meter grote hoofdspiegel tot op heden de grootste en meest geavanceerde telescoop die ooit in de ruimte is gebracht. Herschel zendt elke dag beelden naar de Aarde van op 1,5 miljoen kilometer afstand, waarheen het gelanceerd werd in mei 2009 door de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Herschel is ontworpen om straling te detecteren in het verre infrarood, een grotendeels ontgonnen gedeelte van het elektromagnetisch spectrum. Met zijn infrarode ogen ziet Herschel de straling van de allerkoudste objecten in het heelal, die nauwelijks zichtbaar licht uitstralen. In het bijzonder kan men in het verre infrarood koude stof- en gaswolken detecteren en de geboorteplaatsen van sterren zien, die in het visuele licht door de aanwezigheid van grote hoeveelheden interstellair stof aan het zicht onttrokken zijn. Link: OSHI-website

woensdag 29 december 2010

Vlaamse overheid verhoogt leefbaarheid Gentse Kanaalzone

Waterboot 03Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege maakt 124.900 euro vrij voor de inrichting van de koppelingsgebieden Desteldonk-Noord en Desteldonk-Zuid in de Gentse Haven. Deze investering is de eerste in de rij van een reeks initiatieven waarmee de Vlaamse overheid de komende jaren samen met andere partners de leefbaarheid in de rand van de Gentse Kanaalzone wil verbeteren. Op woensdag 7 juli werd dit vastgelegd door de ondertekening van twee akkoorden door minister van Leefmilieu Joke Schauvliege, de Gentse Havenschepen Christophe Peeters en de gouverneur van Oost-Vlaanderen, André Denys. Enerzijds engageerden landbouwers, bedrijven en bewoners van de Gentse kanaalzone zich voor de realisatie van buffergroen door de ondertekening van het ECO² charter. Maar ook de overheid spant zich in voor een groene kanaalzone met het convenant Groen Raamwerk. Minister Schauvliege bracht eind december 2009 samen met havenschepen Christophe Peeters een officieel bezoek aan de Gentse haven en deze gebieden.

Koppelingsgebieden zijn gebieden met meerdere functies (bos, natuur, landbouw, recreatie…) die de overgang maken tussen de woonkernen aan de rand van de Gentse Haven en de economische zones. Het inrichtingsplan voor de koppelingsgebieden Desteldonk-Noord en Desteldonk-Zuid is opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Uniek is daarbij de samenwerking met de plaatselijke landbouwers. Zij namen zelf het groene potlood in de hand en bepaalden mee waar in het agrarisch gebied groene landschapselementen aangebracht zullen worden. Achttien lokale landbouwers engageerden zich om op en langs hun perceelsranden 7000 m bomenrijen, houtkanten en heggen aan te planten en te onderhouden. Deze worden gerealiseerd in de landbouwgebieden rond de kernen van Desteldonk, Rieme en Doornzele. In ruil voor deze landschapsbouw ontvangen ze een billijke vergoeding bestaande uit overheidsgeld en private financiering. Medefinanciering komt er van het Havenbedrijf, de stad Gent, Afdeling Maritieme Toegang en de Provincie Oost-Vlaanderen.

Begin september 2010 werden de werken aanbesteed en werd de bouwvergunning aangevraagd. Eens de bouwvergunning verkregen, kan de aannemer starten met de uitvoering van de werken op het terrein, vermoedelijk nog voor de zomer van 2011. De aanleg van de buffer langs de Keurestraat, gefinancierd door de Afdeling Maritieme Toegang, wordt aangelegd begin 2011. In de koppelingsgebieden gaat ook heel wat aandacht naar de inrichting van langzame verkeersassen:
-  De Koemeersweg wordt ingericht als woon-werkverbinding tussen de Rechtstraat en het industrieterrein Moervaart-Zuid.
-  Langs het fietspad tussen de Keurestraat en het industriegebied Moervaart-Zuid wordt een hoogstambomenrij aangeplant en een geleidingssysteem voor fietsers zal de veiligheid ter hoogte van de scherpe bocht verhogen.
-  In de bosbuffer van Desteldonk-Noord komt een wandel- en fietsverbinding op de verhoogde kronkelende berm. Deze recreatieve as verbindt de Keurestraat via het Bieskensstraatje.
-  Vanaf het schooltje in Desteldonk komt er een wandelverbinding naar de natuurzone.
-  Langs de aan te leggen natuurzone komt een grazig natuurpad.
-  In Desteldonk-Zuid wordt de Mispelstraat ingericht als wandel- en fietsverbinding, die de dorpskern van Desteldonk verbindt met de Nokerstraat.

Er gaan ook middelen naar de inrichting van rustpunten. Deze rustpunten zijn onverharde zones voorzien van een bank, een picknicktafel, een infobord en enkele solitaire hoogstambomen. De minister keurde eveneens de subsidies goed voor de aanleg van de parkzone ter hoogte de Lichterveldestraat. Het bestaande populierenbos wordt er omgevormd tot een extensieve tuin met speelse elementen en niveauverschillen. Zowel de werknemers van het Havenbedrijf, jeugdverenigingen als de lokale bevolking, zullen in de toekomst van dit park kunnen genieten. Al deze werken die gesubsidieerd worden via het instrument Landinrichting van de Vlaamse overheid, zijn slechts een deel van de maatregelen voorzien in het inrichtingsplan Desteldonk. Het Havenbedrijf Gent financiert de aanleg van een natuurcompensatiezone die zal worden ingericht als natte natuurzone met variërende diepte. En het Vlaams Gewest (Afdeling Maritieme Toegang) investeert bijkomend in de aanleg van buffergroen in deze koppelingsgebieden. Vlaams minister Joke Schauvliege: “De koppelingsgebieden in Desteldonk zijn de eerste die ingericht worden in de Gentse Kanaalzone. De hoofdfunctie van deze gebieden is buffering om de leefbaarheid in de Kanaaldorpen te verhogen. Het palet aan verschillende maatregelen moet daar een wezenlijke bijdrage toe leveren”. Link: www.ecokwadraat.be/gentsekanaalzone

Guido Van Peeterssen

Stad Gent bouwt schuld doordacht af

De Stad Gent besliste in 2009 om haar reservefonds deels te gebruiken om haar saneringslening vervroegd af te betalen. Gent heeft eind jaren tachtig met waarborg van de Vlaamse overheid een goedkope saneringslening gekregen om de stad uit de financiële problemen te helpen. Maar daar waren wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet elke budgetbesteding van de stad niet enkel goedgekeurd worden door de gemeenteraad, maar ook door de Vlaamse overheid. Daarnaast moet de stad ook steeds 7,5 miljoen euro in voorraad hebben. Gent besliste dan maar om haar reservefonds, waar in 2009 zowat 25 miljoen euro zat, te gebruiken om haar nog uitstaande schuld van 13,7 miljoen euro vervroegd af te betalen. Met de versnelde aflossing wil de stad van de randvoorwaarden af, en wil ze haar schuldgraad verbeteren. "En zo leveren we ook onze bescheiden bijdrage aan de globale schuldpositie van ons land", stelt schepen Christophe Peeters.

Nu, precies één jaar later, besliste schepen Christophe Peeters opnieuw meer kapitaal af te lossen. Dat zal in 2012 meer ruimte geven om verder te investeren. Door de lage interestvoeten betaalt de Stad Gent minder interesten op haar leningen. Met die winst lost zij haar schuld sneller af. Het stadsbestuur had deze winst ook voor andere leuke zaken kunnen aanwenden, maar doet dat liever niet. Die operatie levert nu een besparing op van 8.000 euro. Het af te lossen kapitaal daalt voor deze lening met 400.000 euro naar 7,7 miljoen euro in 2012. Andere, meer recente leningen blijven wel gehandhaafd. Het college besliste onlangs nog om de volgende jaren 40 miljoen euro extra vrij te maken voor investeringen in scholen, parken, wegen, cultuur-, sport- en jeugdinfrastructuur.

maandag 27 december 2010

Geert Hoste scheert hoge kijkcijfertoppen

De eindejaarsshow ‘Geert Hoste Beslist’ en de programmareeks ‘Geert Hoste en het Jaar van de Tijger’ staan beide in de kijkcijfertop 20 van 2010, respectievelijk op plaats 8 en op 16 met 1.420.459 en 1.271.252 kijkers. Hiermee is de conference opnieuw het beste TV evenement van het jaar, nog voor het Eurovisie Songfestival en Het Sportgala. 'Geert Hoste en het Jaar van de Tijger' scoorde zeven weken op zeven boven het miljoen kijkers. De hoogste score was 1.271.252 kijkers, goed voor een marktaandeel van 47%. Een record in het parcours van deze reeks, die al zes jaar op tv komt. Dinsdag en woensdag treedt Geert Hoste nog op met ‘Geert Hoste Vulkaan’ in de Bozar te Brussel. Beide theatervoorstellingen zijn uitverkocht, maar niet getreurd: op zaterdag 1 januari kan je in het Radio 2 programma 'En Nu Serieus' tussen 9 en 11 uur fragmenten beluisteren uit Geert Hoste 20 Jaar Theater.

Op nieuwjaarsavond, om 21u15, vindt de televisiepremière plaats van ‘Geert Hoste Vulkaan’. In een programma van 50 minuten laat Geert Hoste de gebeurtenissen van 2010 exploderen. Als lava trekken zijn gloeiendhete oneliners door het landschap van de drie grote K's: kerk, kapitaal en koningshuis. Met een knal slingeren de rotsblokken in het rond. Stof genoeg voor een spraakmakende show. Reeds meer dan 20 jaar legt Geert Hoste een vruchtbare en komische aslaag op de smeulende actualiteit. Hij brengt politieke satire en humor over feiten en geruchten. Geert Hoste wordt algemeen beschouwd als Vlaanderens populairste cabaretier en de grondlegger van de Vlaamse stand-up comedy. Link: http://www.geerthoste.be

Rijscholen testen de vrijwilligers van de Responsible Young Drivers

Tijdens de nieuwjaarsnacht bieden de Responsible Young Drivers, naar goede gewoonte, een noodoplossing aan aan de bevolking. De nieuwjaarsactie is een symbolische actie om het nieuwe jaar veilig in te zetten. Al voor de negentiende keer op een rij brengen de vrijwilligers van de Responsible Young Drivers tijdens de nieuwjaarsnacht jong en minder jong op een veilige manier naar huis in hun eigen wagen. Evenlang kan deze stichting rekenen op de medewerking en ondersteuning van de Rijscholen SECURA. De actieve vrijwilligers van de Responsible Young Drivers nemen in december deel aan een rijtest in een rijschool aangesloten bij Federdrive, de beroepsfederatie van de erkende rijscholen. Een rijschoolinstructeur geeft een reeks nuttige tips over het rijden met een onbekend voertuig en evalueert de vaardigheden van elke Responsible Young Driver, waarna bepaald wordt wie als chauffeur aan de nieuwjaarsactie mag deelnemen. Wie niet slaagt, kan altijd terecht in de dispatching om de oproepen te beantwoorden.

Tussen middernacht en zes uur ’s ochtends kunnen de feestvierders bellen naar het centrale telefoonnummer 0902/12345 (€ 1,00/min). Vervolgens komt men terecht op de lokale dispatching waar een vrijwilliger de beller te woord staat. Deze vrijwilliger zal enkele vragen stellen die noodzakelijk zijn om de opdracht uit te voeren (plaats waar men zich bevindt, waar men naartoe moet, aantal passagiers, type voertuig en de geldigheid van de boorddocumenten). Eenmaal alle gegevens genoteerd, wordt de opdracht doorgegeven aan een ploeg van vrijwilligers die met een Renault ter plaatse zullen komen. De boorddocumenten en de verzekering van het voertuig van de feestvierders zal nog even gecontroleerd worden en als alles in orde blijkt te zijn neemt één vrijwilliger plaats achter het stuur van het voertuig. De feestvierders zullen dus meerijden in hun eigen wagen. De tweede vrijwilliger volgt zijn collega om hem bij het einde van de opdracht terug op te pikken en zo aan een volgende opdracht te beginnen. Deze noodoplossing wordt volledig gratis aangeboden. Zoals u weet, brengen wij de mensen tijdens deze eenmalige actie enkel naar huis en dit in hun eigen wagen. Gedurende de rest van het jaar rekenen de Responsible Young Drivers op het verantwoordelijkheidsgevoel van elke bestuurder en zijn dan ook het hele jaar door actief met sensibiliseringsacties.

Uiteraard is de nieuwjaarsactie van de Responsible Young Drivers niet de enige mogelijkheid om veilig thuis te geraken tijdens deze nieuwjaarsnacht. U kan steeds beroep doen op bijvoorbeeld een taxi, het openbaar vervoer, blijven overnachten of gewoon een nuchtere bestuurder kiezen voor de nacht. Wie  tijdens de nieuwjaarsnacht veilig naar huis wenst te vertrekken dient eerst bovenstaande oplossingen te overwegen vooraleer ons op te bellen. Tijdens de eindejaarsperiode maken de Responsible Young Drivers de publieke opinie bewust van de noodzaak om tijdens het ganse jaar oplossingen (nuchtere bestuurder, ter plaatse blijven slapen, taxi nemen, openbaar vervoer,…) te voorzien als men uitgaat. De rest van het jaar rekenen de Responsible Young Drivers op jouw verantwoordelijkheidszin om het verkeer veiliger te maken en brengen ze jou dus niet naar huis!

Dankzij de steun van haar structurele partners organiseren de Responsible Young Drivers jaarlijks meer dan 300 acties. Ieder van deze acties heeft als doel jongeren te sensibiliseren over de gevaren op de weg en deze aan te sporen tot het aannemen of behouden van een verantwoord rijgedrag.  De meest gekende acties zijn de Europese Nacht Zonder Ongevallen, de Nieuwjaarsactie, maar ook de vele vormingspakketten in de secundaire scholen en de talrijke verkeersdagen waarbij men gebruik maakt van de promillebril en promillekart.  Het publiek kan zoals steeds meer informatie verkrijgen op de website www.ryd.be.

Veelgestelde vragen

Kan ik op voorhand een voertuig reserveren?
Neen, de Responsible Young Drivers bellen tijdens de nieuwjaarsnacht is slechts een noodoplossing. Wij aanvaarden daarom geen reservaties. Het telefoonnummer zal pas vanaf middernacht tijdens de nieuwjaarsnacht actief zijn. Aangezien er elk jaar een behoorlijk aantal oproepen zijn, raden wij aan een uurtje op voorhand te bellen.

Hoeveel kost het om naar huis gevoerd te worden?
Onze actie is volledig gratis dankzij de medewerking van onze structurele partners. Een speciaal woord van dank aan Renault die heel wat wagens ter beschikking stelt.

Zijn jullie tijdens de nieuwjaarsnacht ook actief in mijn gemeente?
Wij aanvaarden opdrachten in elke stad of gemeente van België.


Is er een maximum afstand die jullie afleggen?
De afstand is beperkt en wordt per streek bepaald tijdens de nieuwjaarsnacht in functie van het aantal oproepen. We beantwoorden dus vooraf geen enkele vraag over een specifiek traject.

Ben ik niet te oud om op jullie een beroep te doen?
Iedereen mag bellen tijdens de nieuwjaarsnacht. De leeftijdsgrens van 29 jaar is enkel van toepassing op de actieve vrijwilligers.


Is het mogelijk om beroep te doen op jullie dienst vanuit Nederland of Frankrijk?
Neen, het nummer is enkel bereikbaar in België, zowel met een vast toestel als met een mobiel toestel.

Ik ben niet met de wagen vertrokken. Wat nu?
In dat geval kan je geen beroep doen op de Responsible Young Drivers. Er zijn nog heel wat andere alternatieven, zoals een taxi, het openbaar vervoer of overnachten ter plaatse.

Zijn al jullie vrijwilligers vertrouwd met een automatisch geschakelde wagen?
Niet elke vrijwilliger heeft hier ervaring mee. Je meldt dit dus best op het moment dat je belt zodat we hier rekening mee kunnen houden.

Komen jullie ons enkel ophalen aan de uitgang van een discotheek?
Als je met je eigen wagen vertrokken bent, komen we je ook ophalen bij familie, vrienden, horeca, …

Wat als mijn verzekering niet in orde is?
De Responsible Young Drivers zullen de opdracht weigeren als 1 of meerdere boorddocumenten ontbreekt of niet in orde is: verzekering, inschrijvingsbewijs, keuringsbewijs, ...

Kunnen de Responsible Young Drivers mij naar een andere discotheek brengen?
Neen, de Responsible Young Drivers voeren je enkel naar huis in je eigen wagen, niet naar een andere plaats.

Ik wil de aanwezigheid van Responsible Young Drivers vooraf aankondigen op mijn uitnodigingen of mijn website. Mag dit?
Neen, dit is verboden. Wij sluiten geen akkoorden tijdens die nacht. De nieuwjaarsactie van de Responsible Young Drivers staat open voor heel de bevolking en dit op voet van gelijkheid. U mag derhalve onze naam niet gebruiken voor uw promotie. Indien u onze affiche wenst uit te hangen tijdens de nieuwjaarsnacht, kan u deze midden december aanvragen via mail.

Is het mogelijk één van onze passagiers mee te nemen in de Renault van Responsible Young Drivers?
Neen, dit is niet mogelijk omwille van verschillende redenen. Indien uw wagen maximum 5 personen mag vervoeren, wil dit dus zeggen dat u maximum met 4 personen mag zijn.

Wat is de inhoud van de vrijwaring die ik moet ondertekenen?
U kan dit document downloaden via onze website, vooraf lezen en ondertekenen.
http://ryd.be/nieuwjaar.pdf

zondag 26 december 2010

Provincie Oost-Vlaanderen start onderzoek naar duurzame glastuinbouwclusters

De Provincie Oost-Vlaanderen start, samen met de POM Oost-Vlaanderen, het EFRO project 'duurzame glastuinbouwclusters in Oost-Vlaanderen' op. Het clusteren van glastuinbouwbedrijven zorgt voor een efficiënter gebruik van ruimte, energie en water en biedt ook bedrijfseconomische voordelen. In de praktijk moeten echter nog heel wat praktische vragen beantwoord worden om effectief te komen tot een dergelijke cluster. Binnen het EFRO project worden Europese, Vlaamse en provinciale middelen voorzien om de bouw en het beheer van glastuinbouwclusters te bestuderen. De glastuinbouw is een belangrijke sector binnen de land- en tuinbouw. De sector zorgt op een beperkte landbouwoppervlakte voor een grote toegevoegde waarde en genereert heel wat directe en indirecte tewerkstelling.

Gedeputeerde Marc De Buck: “In het dicht bebouwde Vlaanderen is het vaak niet eenvoudig om de nodige vergunningen te krijgen voor nieuwe serres. Daardoor verouderen de glastuinbouwbedrijven en blijven ze inzake schaalgrootte ver achter op hun buitenlandse concurrenten, voornamelijk Nederland. Vernieuwing en schaalvergroting zijn nodig om op een kostenefficiënte en duurzame manier te werken”. Om haar plaats op de markt te behouden heeft Oost-Vlaanderen minstens 100 ha nieuwe serres nodig per jaar. De laatste 10 jaar wordt slechts een fractie van deze oppervlakte gerealiseerd. Eén van de oplossingen die door de Vlaamse en provinciale overheid worden ondersteund is de realisatie van duurzame glastuinbouwclusters. Op deze agrarische bedrijventerreinen kan aan de tuinders de nodige rechtszekerheid gegeven worden en zal veel aandacht gaan naar duurzame bedrijfsvoering.

Om zo een cluster effectief te realiseren, is onderzoek en voorbereiding nodig. Het EFRO project maakt 276 298 EUR vrij voor een onderzoek dat zich toespitst op de realisatie van een cluster in de gemeente Beveren. Er wordt onderzocht wat de actuele vraag is van de tuinders, welke oppervlaktes er nodig zijn per teelt en welke samenwerkingsvorm verkozen wordt. Daarnaast gaat er aandacht naar de gevolgen van de realisatie van een cluster voor de omliggende landbouwbedrijven en de uitwerking van remediërende oplossingen. Technisch onderzoek gebeurt naar de inrichting van een cluster, de integratie in het landschap, het beperken van hinder voor de omgeving, duurzame energie- en watervoorzieningen. Het juridisch en financieel onderzoek gaat onder andere dieper in op het beheer van de cluster.

Guido Van Peeterssen

Klanten met een voedselallergie goed informeren

Tot 3 % van de volwassenen en 8 % van de kinderen hebben last van voedselallergieën of -intoleranties. Momenteel is de enige effectieve behandeling om het optreden van symptomen te voorkomen het bannen van het allergeen dat aan de basis ligt van deze soms ernstige en soms zelfs dodelijke reacties. Om de betrokkenen toe te laten hun voeding te kiezen met kennis van zaken, verplicht de Belgische en Europese reglementering dat de aanwezigheid van 14 stoffen die verantwoordelijk zijn voor voedselallergieën of -intoleranties op de verpakking van voorverpakte voedingswaren vermeld wordt. Het gaat over glutenbevattende granen, schaaldieren, eieren, vis, aardnoten, soja, melk, noten, selder, mosterd, sesamzaad, sulfieten, lupine, weekdieren en hun afgeleide producten.

Deze voorschriften zijn evenwel niet van toepassing op niet-voorverpakte voedingswaren (voor welke de vermelding van de ingrediëntenlijst niet verplicht is), zoals bijvoorbeeld de voedingswaren die verkocht worden in slagerijen, bakkerijen, traiteurs of maaltijden in restaurants en grootkeukens. Consumenten die te kampen hebben met een allergie worden dan ook geregeld geconfronteerd met de moeilijkheid om correcte en betrouwbare informatie te verkrijgen over de samenstelling van deze producten. Deze situatie is vaak te wijten aan een slechte kennis van de problematiek voedselallergie door verkopers en restauranthouders.

Om deze situatie te verbeteren lanceert de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met Test-Aankoop een campagne over voedselallergie gericht aan verkopers van niet-voorverpakte voedingswaren en horecapersoneel. De brochure en de folder, ontwikkeld door Test-Aankoop, bevatten informatie over voedselallergieën en de voornaamste allergenen. Deze informatieve hulpmiddelen bieden enkele belangrijke principes om in acht te nemen. Voor meer informatie en om de brochure en de folder te verkrijgen: www.denkaanvoedselallergieen.be

zaterdag 25 december 2010

Artistiek eindejaarsvuurwerk in Gent

Na het succesvolle vuurwerk van vorig jaar organiseert de Dienst Feestelijkheden op oudejaarsavond 2010 om klokslag middernacht opnieuw een artistiek vuurspektakel aan Portus Ganda, de plek waar Gent ontstond. Het vuurwerk vorig jaar was van op afstand goed te zien en trok ruim achtduizend toeschouwers. Vraag is wel hoeveel dapperen dit jaar de koude vriesnacht zullen trotseren. Als u liever binnen blijft en toch wil genieten, neem dan gerust een kijkje op Gentblogt. De Dienst Feestelijkheden heeft net zoals vorig jaar 20.000 euro ter beschikking. Het vuurwerk, ‘The Magic Wonders of the World’, zal 20 minuten duren en zal de allernieuwste effecten en kleuren, speciaal voor Vangelabbeek aangemaakt in China, brengen. De vernieuwing ligt in de pastelkleuren. Het explosieve karakter van de vuurpijlen wordt verzacht door het gebruik van pastelkleuren zoals seablue, pink, orange light-green en meer.

Op vrijdag 31 december 2010 om 23.55 uur start gedurende 5 minuten een aftelmoment. Vanaf 30 seconden voor middernacht wordt samen met het publiek afgeteld. De afschietplaats bevindt zich op de grasvlakte van de Sint-Baafssite tussen het poortgebouw en de Sint-Baafsabdij, centraal tegenover de bebouwing aan de zijde van de Groene Kerk. Op deze plek mogen geen toeschouwers staan. De publiekszone bevindt zich aan de Veerkaai, het Veermanplein, het Julius De Vigneplein en ter hoogte van de Nieuwbrugkaai (kades aan de kant van het zwembad Van Eyck). Aan de andere zijde, namelijk vanuit het Sint-Baafsdorp kan het vuurwerk bekeken worden en is er een publiekszone voorzien tot aan de achterkant van de Groene Kerk. In die publiekszone wordt geen particulier vuurwerk toegestaan omwille van veiligheidsredenen. De politie zal controles uitvoeren in de afgebakende publiekszone.  Het vuurwerk bezorgt geen belemmeringen voor de jachthavengebruikers, zij kunnen te allen tijde hun vaartuigen bereiken. Er wordt geadviseerd om huisdieren binnen te houden tijdens de eindejaarsnacht.

De opdracht voor het artistiek vuurwerk werd gegund aan de Groep Vangelabbeek uit Lanaken. Zij zorgde ook vorig jaar voor het eindejaarsvuurwerk in Gent en waren in het verleden verantwoordelijk voor onder andere de vuurwerken Gala de la Croix Rouge Monégasque 1999, het Europees Kampioenschap voetbal, Euro 2000 Amsterdam, de concerten van André Rieu in Maastricht 2005, de Tall Ship Races Antwerpen 2004, de Huldiging Nederlands voorzitterschap Europese Unie 2004, het Midwinter Evenement 2001, de opening van het Deurganckdok 2005, België 175/25 voor Koning Albert Brussel 200. Ze behaalde de tweede prijs en publieksprijs tijdens het Vuurwerkfestival Moskou in 2002.

vrijdag 24 december 2010

Fietsherstelplaats Stad Gent viert 15-jarig bestaan met 15.000e fietsherstelling

Fietsatelier 09De fietsherstelplaats van de Gentse Dienst Werk viert zijn 15-jarig bestaan, en afgelopen woensdag werd ook de 15.000ste stadsfiets voor herstelling binnengebracht. Catherine Bekaert werkt op het Centrum voor Leerlingbegeleiding en bracht haar fiets binnen voor herstelling bij Geert Gysels. Ze was er van bijna het begin bij toen de eerste dienstfietsen uitgeleend werden en is erg tevreden over het geleverde werk. Ze is vooral tevreden over het feit dat elke fiets meteen een volledige check up krijgt en dat je voor de duur van de herstelling een vervangfiets meekrijgt. Ook Geert is tevreden, want hij heeft de afgelopen weken al heel wat kneepjes van het vak onder de knie en hoopt na een jaartje mee te draaien op vast werk. Catharina Bekaert werd door schepen Sofie Bracke in de bloemetjes gezet en meteen kregen alle medewerkers een leuke attentie.

Schepen Sofie Bracke: “Er rijden momenteel 2.269 stadsfietsen en 355 politiefietsen rond. De fietsherstelplaats zorgt voor de herstellingen en de montage van nieuwe fietsen voor stadspersoneel. In die 15 jaar werden er een 150-tal werknemers en jongeren uit het deeltijds onderwijs tewerkgesteld. Velen van hen vonden daarna een job op de reguliere arbeidsmarkt. Het project biedt jaarlijks werk aan 7 langdurige en laaggeschoolde werkzoekenden en 2 jongeren uit het deeltijds onderwijs, die opgeleid worden tot fietsherstellers”. De werknemers in werkervaring krijgen een voltijds contract van 1 jaar bij de Stad Gent. In dat jaar wordt naast werkervaring ook vorming, begeleiding, stages en sollicitatietraining voorzien. Na dat jaar worden zij die nog geen werk hebben een half jaar intensief opgevolgd in de sollicitatieruimte. Als de werknemers wel werk gevonden hebben, krijgen zij nog 6 maanden jobcoaching op de nieuwe werkvloer. De bedoeling van een werkervaringsproject is dat werkzoekenden doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt, dat lukt meestal. Na 15 jaar is er bij elke fietsenhandel van Gent en omstreken wel iemand aan het werk die ooit gestart is in de fietsherstelplaats. Vorig jaar nog stroomde er een werknemer van het fietsatelier na een stage door naar een zelfstandige fietshandelaar.

Elk jaar komen er gemiddeld een honderdtal extra fietsen in omloop, daarmee stijgt ook het aantal fietsherstellingen. De Stad Gent blijft investeren: technische evoluties worden van nabij opgevolgd om steeds de meest kwalitatieve fietsen te kunnen aanbieden aan het personeel . Ook qua herstellingen gaat men steeds voor een 100% service. Schepen Sofie Bracke: “De fiets is het vervoermiddel bij uitstek voor een duurzaam en gezond woon-werkverkeer. Met deze fietsherstelplaats ondersteunt de Dienst Werk mee het bedrijfsvervoerplan van de Stad Gent, dat tot doel heeft het gebruik van duurzame vervoerswijzen in het woon-werkverkeer te stimuleren. Hoe meer personeelsleden kiezen voor de fiets, hoe groter de bijdrage aan de verbetering van de verkeersveiligheid en de leefkwaliteit”.  De Dienst Werk is het adres voor alles rond werk bij de Stad Gent, zowel voor bedrijven als werkzoekenden. Als aanbod naar de meest kwetsbare groepen biedt de Dienst Werk via zijn werkervaringsprojecten jobs aan. De fietsherstelplaats is een van de vele werkervaringsprojecten waar langdurige en laaggeschoolde werkzoekenden al doende een job leren.

Vanaf 01 januari meer dierenwelzijn in productie foie gras

Vanaf 1 januari gelden nieuwe dierenwelzijnsregels voor eenden die gehouden worden voor de productie van foie gras. In plaats van individuele kooien wordt de ruimere groepshuisvesting verplicht, volgens het nieuwe KB van de FOD Volksgezondheid. België is het enige land dat aan de nationale producenten van foie gras bijzondere regels op het vlak van dierenwelzijn oplegt. In 2009 werd in België 23 ton foie gras geproduceerd. Tijdens het dwangvoederen, een periode van 14 dagen, verblijven de eenden meestal in heel kleine individuele kooien die nauwelijks bewegingsruimte bieden. Dankzij het nieuwe KB van de Dienst Dierenwelzijn van de FOD volksgezondheid is vanaf 1 januari 2011 de groepshuisvesting verplicht. Dit biedt de dieren tot vier keer meer ruimte en moet zo tot een gevoelige verbetering van hun levensomstandigheden leiden. België is met deze maatregel het enige van de producerende landen (Frankrijk, Hongarije, Bulgarije, Spanje, België, Oekraïne, VS, Canada, China, Madagaskar, Senegal en Brazilië) dat een specifieke dierenwelzijnwetgeving voor de sector heeft opgesteld.

Het leven van een eend bestemd voor de productie van foie gras doorloopt verschillende fasen. De kuikens blijven de eerste weken in de fokstal, maar hebben vanaf de leeftijd van 5 à 6 weken toegang tot een buitenbeloop. Op de leeftijd van 11 à 12 weken worden ze in de “gavage”-ruimte of dwangvoederruimte ondergebracht waar ze ten hoogste 14 dagen gehouden worden. Momenteel worden de eenden daar individueel gehouden in een kooi van 900 cm². Met ingang van 2011 zullen de eenden in groep moeten worden gehouden, met een minimum van drie eenden per kooi en een kooioppervlakte van ten minste 1200cm² per eend. Ter vergelijking: in 2009 produceerde Frankrijk 18.905 ton foie gras, Hongarije 2.550, Bulgarije 2.300, Spanje 830 en België 23 ton. Ons land is na Spanje en Frankrijk de derde grootste consument in de EU.

Link: http://www.health.belgium.be/eportal

Grootste telescoop ter wereld staat op de Zuidpool

Na meer dan 10 jaar van plannen, ontwikkelen en testen werd op vrijdag 17 december op de Zuidpool het laatste element geïnstalleerd van het IceCube observatorium, 's werelds grootste neutrinotelescoop. Met zijn volume van 1 kubieke kilometer is IceCube een van de meest ambitieuze wetenschappelijke projecten dat ooit gebouwd werd. UGent wetenschapper Michael Carson maakt deel uit van het team dat de laatste hand legde aan de telescoop. De IceCube is een wetenschappelijk instrument dat inzichten combineert van de astrofysica, deeltjesfysica en kosmologie. Deze wetenschappelijke discipline wordt astrodeeltjesfysica genoemd. Het immense observatorium maakt het mogelijk om waarnemingen te doen aan de hand van elementaire deeltjes en daarmee de kennis te vergroten van gebeurtenissen die zich afspelen aan de rand van het heelal.

Bij het IceCube project zijn ongeveer 35 instituten betrokken. Ook de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel, als onderdeel van het Interuniversitair Instituut voor Hoge Energie (IIHE) zijn partners in het project, dat mee gerealiseerd wordt met financiële steun van het Vlaams Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). De UGent doet voornamelijk onderzoek naar kosmische straling. Aan de hand van de gegevens die via de IceTop worden verzameld, willen de onderzoekers de samenstelling achterhalen van de deeltjes die met een enorme energie in onze aardatmosfeer doordringen. Hierdoor wordt het mogelijk om beter bepalen welke fenomenen kosmische straling veroorzaken. Het onderzoek van de VUB focust op de signalen van de sensoren die zich diep in het Antarctisch ijs bevinden.

De IceCube bestaat uit een kubieke kilometer Antarctisch ijs, uitgerust met meer dan 5000 optische sensoren die, verdeeld over 86 schachten, tussen 1.450m en 2.450m diep zitten. Aan de oppervlakte bevinden zich boven elke schacht twee grote tanks gevuld met ijs met ook daarin optische sensoren. Deze tanks vormen de zogeheten IceTop component van het observatorium. UGent wetenschapper Michael Carson van de vakgroep Fysica en Sterrenkunde hielp in Antarctica mee bij de afwerking van de telescoop. Ook Freija Descamps, die recent aan de UGent doctoreerde, verblijft momenteel op de Amundsen-Scott South Pole base. Zij staat er onder meer in voor het onderhoud van de telescoop. Ze is de eerste Belgische vrouw die op de Zuidpool overwintert en houdt een blog bij over haar ervaringen.

Astrodeeltjesfysica is een relatief nieuwe tak van wetenschap die zich bezighoudt met de studie van (astro)fysische verschijnselen onder de meest extreme condities. Zwarte gaten met massa's van meer dan een miljard keer de massa van de zon versnellen deeltjes tot snelheden van bijna de lichtsnelheid en laten een verscheidenheid aan bijzondere effecten zien die voorspeld worden door de relativiteitstheorie. De geproduceerde hoog-energetische deeltjes kunnen op de aarde worden waargenomen en op deze manier inzicht verschaffen in de fysische processen die zich in deze mysterieuze objecten afspelen. De neutrino’s die met de telescoop kunnen worden waargenomen, verschaffen informatie over de meest mysterieuze kosmologische verschijnselen aan de rand van het heelal. Het detecteren van deze hoog-energetische neutrino's afkomstig van kosmische fenomenen is een van de hoofdthema’s van het onderzoek met het observatorium. Daarnaast maakt de component IceTop het mogelijk ook kosmische straling waar te nemen.

donderdag 23 december 2010

Stabat Mater: tussen opera en kerk.

In het rijkgevulde opera oeuvre van de Italiaanse componist Giaochino Rossini vormen de religieuze composities een buitenbeentje. Zijn Stabat Mater was aanvankelijk een privéopdracht, maar groeide uit tot een groot publiek succes. Rossini werd door de compositie van dit werk één van de eerste componisten die religieuze muziek los zag van de strikte liturgische rituelen. Hij onttrok de compositie aan het monopolie van de kerkelijke eredienst zodat ook een niet-gelovige kon getroffen worden door de intrinsieke kracht van het werk. Het Stabat Mater sluit aan bij een lange Westerse traditie van vertoningen naar het evangelie waarin het lijden van Maria, de Moeder van Christus, het lijden van haar zoon aan het kruis beweent. Al vanaf de vijftiende eeuw gingen muzikale interpretaties rond dit gegeven deel uitmaken van de kerkelijke liturgie en later in ondermeer de achttiende eeuw kwam dit werk tot een bloei in de composities van Bach, Pergolesi en Vivaldi. Het is bij deze traditie dat ook Rosinni zal aansluiten.

Tijdens een reis naar Spanje in 1830 ontmoet Rossini via zijn vriend en mecenas Alexandre Aguado de hoog in aanzien staande priester en staatsraad Manuel Fernandez Varela. Het is diens vurige wens om een oorspronkelijk handschrift van een Rossini compositie te bezitten en hij vraagt de beroemde componist om het Stabat Mater te toonzetten. Vele componisten hebben al muziek op de middeleeuwse tekst gecomponeerd, waarbij de Stabat Maters van Pergolesi en Vivaldi een bijzondere plaats innemen in de muziekgeschiedenis door hun immense populariteit. Rossini, die een grote bewondering koestert voor zijn voorgangers, wil Pergolesi geen concurrentie aandoen. Varela blijft echter aandringen en Rossini aanvaardt de opdracht om een vriend van zijn mecenas niet te beledigen. Hij laat Varela wel beloven de partituur aan niemand anders te geven en ze niet te laten publiceren.

Anders dan vroeger kan hij zonder tijdsdruk componeren, maar het compositieproces verloopt moeizaam en Rossini schrijft aanvankelijk slechts de zes belangrijkste delen. Omdat hij door ziekte niet in staat is de wens van Varela in te willigen het werk snel af te werken, roept hij de hulp in van Giovanni Tadolini om de overige delen te componeren. Varela komt nooit te weten dat zijn hoog gewaardeerde partituur slechts ten dele van Rossini is. Het Stabat Mater van Rossini-Tadolini wordt slechts één enkele maal uitgevoerd op Paaszaterdag 1833 in de kapel van San Felipe in Madrid, met een koor van meer dan honderd zangers.

Na de dood van Varela komt de partituur in handen van de Parijse uitgever Eugène Troupenas. Op zijn vraag en door het feit dat Rossini niet tevreden is over de samengestelde compositie, besluit de componist de overige delen aan te vullen. Na verschillende pogingen, overschaduwd door zijn zwakke gezondheid, slaagt Rossini er in 1841 in de gereviseerde versie af te werken. Ze wordt uitgevoerd op 7 januari 1842 in het Théâtre Italien in Parijs. De Italiaanse première wordt gedirigeerd door Donizetti in Bologna en deze schrijft: ‘Het enthousiasme valt onmogelijk te beschrijven. Zelfs op de laatste repetitie, waar Rossini aanwezig was, vergezelde het gejuich van meer dan vijfhonderd man hem naar huis.

Maar het aanvankelijke succes wordt ook overschaduwd door kritische stemmen die de vraag stellen of een operacomponist uiteindelijk wel in staat is zijn operastijl af te zweren in religieuze muziek. Kon Rosinni, wiens muziek en leven zo getekend was door de amusementswereld van de opera , wel doordringen tot het mysterie van het lijden? Een hele eeuw lang, zelfs tot op de dag van vandaag, wordt de polemiek gevoerd of het Stabat Mater van Rossini inderdaad van een spirituele eerlijkheid getuigt of niet. Hoe valt de melodische schwung, de virtuoze glans immers te rijmen met een Stabat Mater dat gaat over angst, pijn en smart? Er wordt zelfs smalend gedaan over het feit dat in de Parijse, wereldse salons nu ook religieuze muziek wordt opgevoerd. Richard Wagner maakt zich vrolijk in Schumanns’ Neue Zeitschrift für Musik: ‘Rossini is vroom, de hele wereld is vroom en de Parijse salons zijn gebedshuizen geworden.’

Toch is het ongenuanceerd om het Stabat Mater eenzijdig als ‘opera-achtig’ te beschrijven. Alhoewel de muziek veel operastijlkenmerken bevat, is het geen muziek die we zouden terugvinden in Rossini’s opera’s, want ze is zowel structureel als melodisch anders uitgewerkt en baadt in een donkere sfeer. Anderzijds integreert hij antieke stijlen en idiomen uit de kerkmuziek. Het is zo dat Rossini de religieuze muziek los kan weken van de liturgische dwangmatigheid. Religieuze muziek is niet langer louter kerkmuziek. Op die manier bereikt Rossini in een eigenzinnige combinatie van verworvenheden uit de operacompositie met zijn kennis van de religieuze muziek en creëert hij als het ware een nieuw genre dat wegbereidend is voor latere componisten. En zo staat het Stabat Mater tevens aan de wieg van wat de religieuze muziek in de twintigste eeuw zal betekenen.

Dirigent Alberto Zedda, de éminence grise van de Rossini specialisten, die momenteel met veel succes Rossini’s Semiramide dirigeert in de Vlaamse Opera, leidt opnieuw het Orkest en het Koor van de Vlaamse Opera. In de soloistenpartijen horen we de sopraan Serena Farnocchia, die op grote operascènes schittert in partijen van Verdi en Mozart, de bekende mezzosopraan Anna Bonitatibus en de veelbelovende jonge bas Marco Vinco. Beide laatsten zijn regelmatige gasten op het wereldbefaamde Rossini Operafrestival van Pesaro. Zij worden in de tenorpartij bijgestaan door Ismael Jordi, door de muziekkritiek uitgeroepen tot Spaanse tenor van de 21 ste eeuw. Link: http://www.vlaamseopera.be/

Gent richt nieuw Mobiliteitsbedrijf Stad Gent op

Het Gentse stadsbestuur slaat vanaf 1 januari een nieuwe weg in om de beleidsdoelstellingen inzake mobiliteit en parkeren te realiseren. Dat werd donderdagmiddag medegedeeld op het Gentse stadhuis. Met de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap (IVA) Mobiliteitsbedrijf Stad Gent wil het stadsbestuur inzetten op een geïntegreerde aanpak. In een eerste fase (van 1 januari tot 31 december 2011) vormt het huidige Parkeerbedrijf de eerste bouwsteen van het IVA Mobiliteitsbedrijf Stad Gent. De Stad Gent onderzoekt hoe ze in een volgende fase de activiteiten van de Dienst Mobiliteit en de Verkeerstechnische Afdeling van de politie kan integreren met het Parkeerbedrijf.

Volgens het Gemeentedecreet van juli 2005 moet het Gentse Parkeerbedrijf een nieuwe rechtsvorm krijgen, en dat tegen ten laatste 1 januari 2013. De Stad Gent wil wel een voortrekkersrol spelen in een geïntegreerde aanpak van de mobiliteit als geheel. Maar dan moeten de overlappende taken van het Parkeerbedrijf, de Dienst Mobiliteit en de Verkeerstechnische Afdeling van de politie op elkaar afgestemd worden en in te zetten op nieuwe thema’s (parkeermanagement, verkeersgeleiding, enz.). Een dergelijke integrale aanpak is uniek in België. Na het nodige studiewerk keurde de gemeenteraad op 26 oktober de oprichting van het IVA Mobiliteitsbedrijf Stad Gent goed. De Stad Gent is hierin een pionier: de oprichting van een intern verzelfstandigd agentschap op gemeentelijk niveau is in België nog onontgonnen terrein. Het intern verzelfstandigd agentschap blijft onder de hoede van de Stad Gent, maar heeft een grotere autonomie dan een gewone stadsdienst, zeker op financieel vlak. Dat moet resulteren in een meer flexibele werking en een grotere slagkracht.

De beheersovereenkomst van het IVA Mobiliteitsbedrijf Stad Gent wordt afgesloten tussen het stadsbestuur van de Stad Gent en het hoofd van het IVA. Luc Van den Berghe, de directeur van het huidige Parkeerbedrijf, neemt deze functie op zich. Hij beschikt over een ruime beslissingsbevoegdheid om de kerntaken van het Mobiliteitsbedrijf Stad Gent uit te voeren. De middelen die voortvloeien uit zijn activiteiten (zoals inkomsten uit betalend parkeren en parkeergarages) kunnen opnieuw geïnvesteerd worden in initiatieven om de beleidsdoelstellingen inzake mobiliteit en parkeren van de Stad Gent waar te maken, zoals bijvoorbeeld het parkeermanagement op The Loop, overdekte fietsenstallingen en zo meer. Daarnaast zal hij onderzoeken hoe men de activiteiten van de Dienst Mobiliteit en de Verkeerstechnische Afdeling van de politie kan integreren. Het uittekenen van het beleid van het IVA Mobiliteitsbedrijf Stad Gent blijft een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad van de Stad Gent. De benaming Parkeerbedrijf zal op termijn verdwijnen, maar omwille van de herkenbaarheid zal de benaming voorlopig verder gebruikt worden in de dienstverlening en communicatie.

Hogescholen voelen weerslag besparingen wetenschappelijk onderzoek.

De voorbije weken groeit het protest tegen de besparingen op wetenschappelijk onderzoek. De universiteiten komen daarbij eerst in het vizier, maar ook hogescholen zetten steeds meer in op onderzoek. Vaak gaat het om praktijkgericht onderzoek dat ook voor de Vlaamse bedrijfswereld van essentieel belang is. Als grootste hogeschool van Vlaanderen met ruim 18.000 studenten wil de HoGent het voortouw nemen in het pleidooi voor voldoende middelen voor wetenschappelijk onderzoek in het hoger onderwijs. Verschillende factoren dragen ertoe bij dat hogescholen in Vlaanderen benadeeld worden als het op onderzoeksmiddelen aankomt. Voor de academische opleidingen is er het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie dat een aantal subsidies levert, voor de professionele opleidingen zijn er de middelen voor projectmatig wetenschappelijk onderzoek. Deze laatste werden ook meegenomen in de besparingsronde van vorig jaar. Daarbovenop zijn de onderzoeksmiddelen van de hogescholen de voorbije vier jaar uitgehold door een te lage indexering ten opzichte van de loonlasten.

Bovendien wordt de HoGent zwaar benadeeld ten opzichte van andere instellingen. Dat komt enerzijds door de besparingen, maar ook en vooral doordat er bij het uitdelen van de subsidies gewerkt wordt met verouderde gegevens. Want het overgrote deel van de subsidies die verband houden met onderzoek wordt momenteel verstrekt op basis van gegevens uit 2005, terwijl het hogeronderwijslandschap intussen toch wel grondig gewijzigd is. De HoGent heeft van alle hogescholen een marktaandeel van ongeveer 21%. Toch krijgt ze maar 17,13% van het onderzoeksbudget voor hogescholen. Dat verschil van 3,87% tussen grootte en onderzoeksbudget is met kop en schouders het grootste in Vlaanderen. Ondanks die beperkingen is de HoGent er vorig jaar in geslaagd het budget voor onderzoek met 17% te doen stijgen. Maar tezelfdertijd is de gemiddelde omvang van de onderzoeksopdrachten met liefst 40% gestegen. Dat wijst op de groeiende werkdruk voor onze onderzoekers.

Directeur Johan Persyn: “Onderzoek is een erg belangrijk middel om innovatie in de maatschappij te brengen. Als we op de huidige manier blijven beknibbelen op het onderzoeksbudget, dreigen we een brain drain te krijgen naar onze buurlanden, waar wel geïnvesteerd wordt in onderzoek en innovatie. Daarom is actie dringend nodig”. Algemeen directeur Bert Hoogewijs vult aan: “De overheid is zich goed bewust van de enorme inspanningen die de hogeschool levert, zowel voor de professionele bachelors, als voor de academisch gerichte opleidingen. Wij vertrouwen er dan ook op dat er binnen die overheid genoeg pleitbezorgers zullen zijn voor middelen die naar onderzoek moeten gaan. Wie verantwoordelijkheid draagt op dit vlak kan nooit toelaten dat de vooruitgang in ons hoger onderwijs op het vlak van onderzoek verwatert of stilvalt.”

Guido Van Peeterssen.

woensdag 22 december 2010

Werner eet zijn schoen op

Werner is alleen thuis samen met zijn hond Borisboef, een Sint-Bernard met een heuse stamboom. Omdat zijn vader naar Moldavië blijkt vertrokken, en zijn moeder in Oostende zit, komt zijn gehate buurmeisje Vicky oppassen. Dat zit niet mee. Tot overmaat van ramp valt er een kaartje in de bus dat weinig goeds voorspelt. Een muzikale theatervoorstelling waarin de grens tussen waarheid en fantasie soms nauwelijks zichtbaar is. Voor ‘Werner eet zijn schoen op’ slaan KOPERGIETERY en STELLA DEN HAAG de handen in elkaar. Tussen beide huizen klikt het al lang. Jaar na jaar zijn de producties van Stella te gast in Gent: Vuil Kind, Ode, Ode Twee, Niemand weet, Niemand weet… Dit, én uiteraard een wederzijdse artistieke fascinatie, liggen aan de grondslag van deze coproductie. Stella Den Haag oprichter Hans van den Boom schreef de tekst, ‘compagnon de route’ Erna van den Berg regisseert. De cast bestaat uit vaste en losse KOPERGIETERY medewerkers; theatermaker Gregory Caers kent u van de KOPERGIETERY voorstellingen De wanhopige liefde… en Rennen, Eva Binon is docente in de Theaterateliers en theatermaakster, Gilles De Schryver speelt als ex-atelierjongere momenteel in o.a. ‘het Geit’ en de TV-reeks Code 37, Simon De Winne ging na de Theaterateliers drama studeren en maakt deel uit van het Gentse collectief ‘Tibaldus en andere hoeren’.

Speelteater Gent werd in 1978 opgericht door Eva Bal. Zij was door het toenmalige Ministerie van Cultuur gevraagd om het jeugdtheater een nieuw élan te geven. Ondertussen zocht het gezelschap ook naar een geschikte plek om zich te nestelen. Pas in 1993 werd dit nest gevonden. Op een steenworp van het Gentse stadscentrum, in een wijk waar veel migranten wonen, stond een verlaten fabrieksruimte in bedenkelijke staat: De Kopergietery. De naam verwijst naar de oorspronkelijke bestemming van het ruim 100 jaar oude pand: tot 1945 was het een fabriek waar koper werd gegoten. In maart 1994 werd KOPERGIETERY feestelijk geopend. Met de opening van KOPERGIETERY kon eindelijk de derde, receptieve pijler worden gerealiseerd: het uitnodigen van gezelschappen uit het binnen- en buitenlandse (jeugd)theatercircuit. KOPERGIETERY is een huis met vele kamers, een 'broedplaats', een ‘laboratorium’ voor talent op de rand van het nest, veeleer dan een theaterfabriek die op tijd en stond haar artefacten op de markt brengt en de producten van collega-gezelschappen afneemt. KOPERGIETERY gaat regelmatig co-producties aan met (jonge) makers, gezelschappen of culturele organisaties waarmee een artistieke verwantschap bestaat. Het gaat telkens om een samenwerkingsverband dat bij voorkeur over meerdere seizoenen loopt en artistieke uitwisseling als voornaamste doelstelling heeft.

Stella Den Haag is een Nederlands jeugdtheatergezelschap onder het artistieke leiderschap van Hans van den Boom. Hans schrijft heel vaak de teksten, Erna van den Berg regisseert. Samen creëren ze heel sfeervolle, ontroerend mooie voorstellingen voor kinderen vanaf 6 jaar. Hun creaties zijn telkens zeer muzikaal, multidisciplinair en boeiend voor zowel kinderen als volwassenen. Daarnaast biedt Stella Den Haag ook ruimte aan jonge schrijvers, regisseurs, musici en beeldende kunstenaars om hun ideeën te realiseren. Recente producties zijn Niemand weet, niemand weet, Vuil Kind, Kind noch Kraai, Shaffy voor kinderen.

Link: www.kopergietery.be en www.stella.nl

Ictus Liquid Room: een concert met de allures van een festival

Met zijn Liquid Room concerten brengt Ictus hedendaagse muziek en de nodige ambiance in een rockconcertsetting: twaalf muzikanten spelen meer dan vijftien composities op vier verschillende podia in één ruimte en dat alles non-stop en op één avond. De bar blijft open, het publiek kan luisteren hoe, waar en wanneer het wil. Gecomponeerde en geïmproviseerde muziek, elektronica en akoustica, strakke performance en schurende bricolage vloeien nu eens naadloos dan weer met een knal in elkaar over. Microtonaal bricoleur Harry Partch staat rug aan rug met een vroege Philip Glass, partituurloze impro staat haaks op de precieze schriftuur van Lachenmann, componisten Wolfgang Mitterer en Benjamin de la Fuente (samen met drummer Eric Echampard, incontournable in de Franse avant-Jazz-scene) zullen niet het dirigeerstokje maar respectievelijk elektronica en elektrische viool ter hand nemen. Liquid Room is een ‘interzone’ voor muzikale grensbewoners. Op het programma 160 minuten muziek van onder andere de la Fuente, Mitterer, Matuz, Partch, Reiter, Glass en Mâche.

Liquid Room laat zich inspireren door Nuove Sincronie, een bijzonder muziekfestival in Milaan, georganiseerd door Fausto Romitelli en Riccardo Nova. Het draait om hedendaagse muziek, maar dan in de sfeer van een rockfestival of van een nachtenlange elektronische improvisatiesessie: het publiek loopt vrij van het ene naar het andere podium, gaat binnen en buiten – de bar blijft open – terwijl de muziek zonder pauze doorgaat. In ware happeningstijl geeft de zaal ruimte aan een ketting van remix, improvisatie en creaties. Voor deze tweede editie van ‘Liquid Room’, die voor de eerste keer in Gent neerstrijkt, nodigt Ictus de Franse elektrische vioolspecialist en componist Benjamin de la Fuente uit. Hij komt samen met zijn muzikale sparringpartner Eric Echampard, de roemruchte jazzdrummer die een blitzcarrière maakt als side-kick van gitarist Marc Ducret. Verder maken de Japanse sopraan Tomoko Taguchi en fluitiste Chrissy Dimitriou hun opwachting en zal Ictuslid Michael Schmid een nieuw werk van Aperghis creëren voor beatboxende fluitist. Op het programma 160 minuten muziek van onder andere de la Fuente, Mitterer, Matuz, Partch, Reiter, Glass en Mâche.

PROGRAMMA

M. Monnet (1947): Eros Machina voor elektrische gitaar, basgitaar en tape (1978)
B. de la Fuente (1969): Fil Rouge voor viool, drums, dwarsfluit, elektrische gitaar, elektrische bas, piano en cello (2011)
H. Partch (1901-1974): Barstow & The Letter voor stem, gitaar en klavier
F.-B. Mâche (1935): Kengir voor sopraan en sampler (1991)
Interzone voor sopraan en Fender Rhodes: liederen van G. Fauré (1845-1924) en C. Debussy (1862-1918)
P. Glass (1937): Piece in the Shape of a Square voor twee dwarsfluiten (1967)
I. Matuz (1947): 'The Glizz' voor dwarsfluit
W. Mitterer (1958): 'Coloured Noise, sentences 5' voor strijkers, 2 fluiten, slagwerk, keybord, e-gitaar en electronica
E. Reiter (1976): 'Konter' voor basfluit en elektronica
H. Lachenmann (1935): 'Pression' voor cello (1969-1970)
B. Stangl (1960): Creation for a quasi-rock band
Ivan Fedele (1953): Apostrofe (2000) voor fluit solo

MUZIKANTEN

Benjamin De La Fuente, viool, electro 
Eric Echampard, drums
Wolfgang Mitterer, electro
Michael Schmid, fluit, stem
Chrissy Dimitrou, fluit
François Deppe, cello
Géry Cambier, contrabas, basgitaar
Tom Pauwels, elektrische gitaar
Jean-Luc Plouvier, keybords
Gerrit Nulens, slagwerk
Tomoko Taguchi, sopraan

PRAKTISCH
Handelsbeurs, Gent, january 26th, 2011 | Kaaitheater, Brussels, february 2nd, 2011
Link: >HANDELSBEURS>KAAITHEATER (coproduction : BOZAR)

Instapklaarfeest Vogelhoekstraat geslaagd ondanks strenge vrieskou.

Drink Vogelhoekstraat 16Op vrijdagavond 17 december werd de Gentbrugse Vogelhoekstraat feestelijk ingewandeld door tevreden buurtbewoners. Een paar korte speeches, een standje met de nodige warme dranken, een feestelijke receptie en vrolijke muziek. Ondanks de sneeuw en de koude kon de sfeer niet meer stuk. Toch hebben de werken de nodige hinder veroorzaakt. Na een gaslek, verzakte gevels, een kapotte waterleiding en defecte straatverlichting dacht men op den duur: de Vogelhoekstraat trekt ongeluk aan. Klap op de vuurpijl was de evacuatie van bijna duizend woningen nadat er een zware bom was gevonden. Het ging om een van de grootste ontruimingen van de afgelopen jaren. De Engelse vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog woog 250 kilogram en bevatte 110 kilogram springstof. De aannemer die de wegenwerken uitvoert, groef de bom zelf uit en verplaatste hem naar een braakliggend terrein achter de huizen in de Vogelhoekstraat. Een ongelukkige beslissing, want de bom had nog een ontstekingsmechanisme en kon ontploffen. Gelukkig werd de bom snel en vakkundig onschadelijk gemaakt en kon iedereen snel terug naar huis.

Aan de werken hing een stevig kostenplaatje van 2,5 miljoen euro, waarvan Aquafin het grootste deel voor zich nam: 1.333.347 euro excl. BTW, gevolgd door de Stad Gent met 686.133 euro excl. BTW (830.220 incl. BTW). TMVW en de provincie namen de rest voor hun rekening. Dankzij deze werken zal de kwaliteit van het water van de Vogelhoekbeek die hier de grens vormt tussen Melle en Gent sterk verhogen. Er werd een nieuwe collector aangelegd om het afvalwater in de buurt te verzamelen en af te voeren naar de bestaande zuiveringsinstallatie in Gent. Het gaat om het afvalwater van meer dan 2.700 inwoners en een groot aantal bedrijven. Het regen- en oppervlaktewater zal via nieuwe afzonderlijke leidingen worden afgevoerd naar de verbeterde waterloop. Ook de leidingen van de woningen in de buurt werden aangesloten op het nieuw gescheiden stelsel. Om de ondergrondse werken te kunnen realiseren, moest men de weg volledig openbreken. De Stad Gent maakte hiervan nadien gebruik om de wegenis van alle omringende straten te verfraaien met asfalt, parkeerstroken en groenzones. Tip: op de website www.aquafin.be kan u de stand van alle projecten van Aquafin volgen. Klik rechts ‘werken in uw gemeente’, selecteer links de gemeente waar de werken plaatsvinden en ga naar de detailfiches.

dinsdag 21 december 2010

Volgend jaar voor 112 miljoen euro wegenwerken en hinder

Volgend jaar staan op de Vlaamse autowegen minimum 85 werken op het programma. 25 ervan zullen bijkomende hinder voor de weggebruikers veroorzaken. Vlaams minister Crevits telt 112 miljoen euro uit voor werkzaamheden op de autowegen. De grootste werf komt langs de E17, tussen Deinze en Zwijnaarde. Minister Crevits wil de achterstand op de autowegen tegen 2015 weg werken. Ze heeft dat bevestigd bij de voorstelling van het rapport ‘toestand van het wegennet’. Alles samen wordt 75 km van de autowegen onder handen genomen. Sinds 2004 worden de middelen voor structureel onderhoud van de Vlaamse wegen systematisch opgetrokken met het oog op de verbetering van de kwaliteit van ons wegennet. Een goed onderhouden wegennet draagt uiteraard bij tot een verhoogde verkeersveiligheid. Daarom zijn er in 2011 een aantal werken voor het wegwerken van spoorvorming en de plaatsing van vangrails. Bijvoorbeeld op de E17 en de E19. Minister Crevits wil het onderhoud en herstel fundamenteel aanpakken. Ze wil dit doen door langere trajecten op de autowegen ineens aan te pakken.

Naast de werken in het kader van onderhoud en herstellingen wordt verder gewerkt aan een gerichte capaciteitsuitbreiding van het hoofdwegennet, zoals de aanleg van een spitsstrook op de E313 tussen de Ring van Antwerpen en Ranst. Minister Crevits maakt ook werk van dynamisch verkeersmanagement. Bij de uitvoering van wegenwerken wordt waar mogelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om telematica infrastructuur te installeren. Bij de aanleg van de spitsstrook op de E 313 zal dat onder meer gebeuren. Ook komen er geluidsmilderende maatregelen via een overlaging met geluidsvriendelijke asfalt of door de plaatsing van geluidsschermen. Eén voorbeeld daarvan is de plaatsing van schermen langs de E 314 in Heusden-Zolder. En het is de bedoeling het aantal dodelijke verkeersongevallen bij motorrijders aan te pakken door de plaatsing van extra beschermplanken aan de vangrails. Eind volgend jaar moeten alle prioritaire vangplanken (45 km in totaal) er staan.

De grootste werf is die op de E17 tussen Gent en Deinze. Per rijrichting krijgt 11 km autoweg vanaf het voorjaar een duurzamer wegdek. De werkzaamheden zullen in drie fasen gebeuren, 7 maanden duren en kosten 33 miljoen euro. Dit jaar voerde het Agentschap Wegen en Verkeer al structurele werken uit op de strook van de E17 tussen Deinze en Kruishoutem richting Kortrijk. In 2013 komt de laatste fase aan bod. Dan starten de werken tussen Kruishoutem en Deinze in de richting van Gent. Een andere grote werf is de E 313 met werkzaamheden tussen Tessenderlo en Ham (6 km in beide richtingen)en tussen Ranst en Geel. Daarnaast is er de aanleg van een spitsstrook tussen de Ring van Antwerpen en Ranst voorzien op het programma. De uitvoering van wegenwerken kan niet zonder hinder te veroorzaken. Alles wordt in het werk gesteld om die hinder tot een minimum te beperken. Dat gebeurt soms door enkel ’s nachts te werken, of door 24 op 24 u en 7 dagen op 7 te werken. Telkens wordt de mogelijke hinder zorgvuldig onder de loep genomen.

Het is essentieel om goede en correcte informatie aan de weggebruikers te verstrekken. In dit kader werden de aangekondigde werken vandaag besproken op het minder hinder overleg. Dit is een overleg tussen het Agentschap Wegen en Verkeer, het Vlaams Verkeerscentrum, het Coördinatiepunt Wegenwerken en vertegenwoordigers van de weggebruikers, transportsector en handelaars Touring, VAB, Transport en Logistiek Vlaanderen, Febetra, UPTR, Unizo, Voka, NSZ en NAVB. Per werk maakt het Vlaams Verkeerscentrum een inschatting van de te verwachten hinder. De hinderinschatting in onderstaand overzicht van wegenwerken wijst op de bijkomende hinder ten gevolge van de werken en is dan ook bijkomend ten opzichte van de dagelijkse fileproblemen.

Uit overlegmomenten met de vertegenwoordigers van de weggebruikers, transportsector en handelaars blijkt dat er nood is aan projectgebonden overleg met een aantal van de protocolpartners. Vlaams minister Hilde Crevits: “Om de bestaande onderhouds-achterstand weg te werken kiezen we ervoor om langere trajecten op de autowegen fundamenteel aan te pakken. Dat was al zo in 2010, volgend jaar slaan we die ingeslagen weg verder. Via het minder hinder protocol wordt de hinder zoveel mogelijk beperkt. Het zal nog enkele jaren duren voor onze autowegen in een betere conditie zijn, stap per stap is de vooruitgang merkbaar.”

Volgende werken staan op het programma om in 2011 uitgevoerd te worden:

E403 tussen Ardooie en Lichtervelde: structureel onderhoud, van 15/3 tot 30/8/2011.
Overdag (van 6 tot 20 uur) zijn er steeds minimum 2 versmalde rijstroken ter beschikking. Van 20 tot 6 uur is er minimum 1 rijstrook beschikbaar.
E40 – tussen Jabbeke en Brugge: wegwerken spoorvorming, van 28/3 tot 8/4/2011
Richting Brussel wordt één rijstrook afgesloten. De overlaging in asfalt wordt ’s nachts uitgevoerd. Overdag (van 6 tot 20 uur) zijn er steeds minimum 2 rijstroken ter beschikking. Van 20 tot 6 uur is er minimum 1 rijstrook beschikbaar.

A19 tussen Kortrijk en Ieper: Aanleg van aarden wal in middenberm, van 1/04 tot 30/06/2011
Er blijven steeds in elke richting 2 rijstroken beschikbaar. De werken omvatten enkel grondwerken in de bermen, zodat in de weekends en in het paasverlof, de volledige rijbaan kan worden vrijgemaakt voor het verkeer.

E313 – tussen Tessenderlo en Ham: structureel onderhoud, van 01/04 tot 30/9/2011
Er wordt 24u/24u gewerkt. Het verkeer wordt omgeleid via de parallelwegen van de parking en complex Tessenderlo. Beide richtingen over 2 rijstroken. Tussen Tessenderlo en Ham zijn er in beide richtingen 2 versmalde rijstroken beschikbaar
E314.

Geluidsscherm Heusden-Zolder: Geluidsschermen thv Dikkelstraat, van 1/5/2011 tot 30/6/2011
Deze werken kunnen niet ’s nachts uitgevoerd worden omdat het intrillen van de funderingspalen veel geluidsoverlast veroorzaakt. Om overdag te kunnen werken met inname van de rechterrijstrook en om de capaciteit zo optimaal mogelijk te houden werd voor volgende verkeerssituatie gekozen. Richting Leuven: trage strook blijft behouden richting Leuven, wordt wel verplaatst naar de linkerrijstrook. De snelle strook steekt via de middenberm door, naar de andere kant en zal daar versmald in tegenrichting lopen. Richting Nederland: trage rijstrook blijft behouden. De snelle strook zal versmald worden, maar blijft op de zelfde rijstrook.

E313 – Renovatie Ranst tot Geel, maart - april 2011
Verkeer blijft mogelijk over versmalde rijstroken. Er worden enkel volledige rijstroken ingenomen tijdens de nachten en weekends, er wordt 24h/24h en 7d/7d gewerkt

E313 brug b36 Liessel: Herstellen van de brug, januari tot april 2011
Tijdens de werken aan de pijlers wordt het verkeer op 2 versmalde rijstroken op de rechterzijde gezet, zowel richting Antwerpen als richting Hasselt. Bij het plaatsen van de liggers en de veiligheidsvloer, wordt de E313 afgesloten richting Hasselt gedurende één weekend. Het verkeer moet dan via de calamiteitenroute tussen complex Geel-West en Geel-Oost. Ernstige hinder tijdens de weekendafsluiting.

E313 op- en afrit Geel-oost, maart tot april 2011
De werken worden enkel uitgevoerd tijdens het weekend en tijdens de nacht. Er is altijd 1 rijstrook beschikbaar voor het verkeer. De op- en afrit worden afgesloten, met omleidingen via de aangrenzende complexen.

E17 – tussen Kennedytunnel en complex Kruibeke: Vervangen brugdek.
Weekend van 4 - 7 maart en weekend van 11 tot 14 maart 2011
De werken vinden enkel richting Antwerpen plaats.
Er blijven steeds 2 rijstroken beschikbaar. Er wordt 24/24u gewerkt. Ernstige hinder. Er zijn voor het doorgaande en het intra-regionale verkeer volwaardige alternatieve routes via R4/N49 enerzijds en N16 anderzijds.

E17 – Structureel onderhoud tussen Deinze en Zwijnaarde. Maart tot oktober 2011
Tijdens de volledige duur van de werken wordt gewerkt met versmalde rijstroken. Er wordt 24/24u gewerkt.
- Fase 1- Deinze tot De Pinte: 3 versmalde rijstroken: matige hinder.
- Fase 2 - Zwijnaarde: 2 versmalde rijstroken: ernstige hinder
- Fase 3 - De Pinte tot Zwijnaarde: 3 versmalde rijstroken: ernstige hinder door impact op het knooppunt in Zwijnaarde.

E17 tussen Destelbergen – Sint-Niklaas: asfaltherstellingen. Voorjaar 2011, gedurende 1 maand
In de meeste filegevoelige werfzones zal er ook ’s nachts gewerkt worden. Tijdens de volledige duur van de werken moet het verkeer over 1 rijstrook.

R4 Asfaltoverlaging op diverse locaties om geluidsoverlast te beperken. Maart-april 2011.
De duur en de zone van de werken is beperkt. Er is steeds één rijstrook beschikbaar. Ernstige hinder.

R4 - R4 Oost. Aanleg knooppunt Schansakker, van half april tot half september 2011.
De werkzaamheden met de zwaarste overlast zullen in de luwe zomermaanden plaatsvinden. De uitvoeringstermijn werd beperkt tot het minimum waardoor er ook ’s nachts gewerkt zal worden. Enkel in augustus wordt er matige hinder tijdens de spitsuren verwacht. Dan wordt lokaal één rijstrook ingenomen op de R4 richting Gent-Zeehaven

E19 – Tussen Brecht en Sint-Job: Structureel onderhoud, mei – juni 2011
De duurtijd van de werken is beperkt tot het minimum (ongeveer 2 weken) door 24/24u te werken. Richting Antwerpen zal er 1 rijstrook beschikbaar zijn gedurende de werken. Richting Nederland zullen er steeds 2 rijstroken beschikbaar zijn. Zeer ernstige hinder in de richting van Antwerpen

E19 Craeybeckx tunnel tot Mechelen Zuid: Structureel onderhoud, van 1/7 tot 31/8/2011
Omdat de versmalling reeds gecreëerd wordt in Vilvoorde (zie werken Viaduct Vilvoorde), zal er minder toevoer zijn naar Antwerpen.
Tijdens de volledige duur van de werken zijn er 2 x 2 rijstroken beschikbaar. Er wordt 24/24u gewerkt. Zeer ernstige hinder.

E313 – aanleg spitsstrook tussen ring Antwerpen en Ranst richting Luik: zomer 2011
Tijdens deze werken zullen er steeds 3 rijstroken beschikbaar blijven in de 2 richtingen. Met andere woorden, het aantal rijstroken blijft dezelfde als in normale situatie. Tijdens de werken zal er in shiften van 16u per dag gewerkt worden. Ernstige hinder met impact op de Antwerpse Ring.

E19 – Kleine Bareel – Vervangen wegbedekking: zomer 2011
Tijdens deze werken zijn er steeds 2 x 2 rijstroken beschikbaar. Matige tot ernstige hinder met impact op de Antwerpse Ring.

R4 Oostakker richting Zelzate: structureel onderhoud, april – augustus 2011.
Verkeer richting Zelzate verloopt via de andere rijrichting. Doorsteek door de middenberm gebeurt op lichtengeregelde kruispunten. Ernstige hinder tijdens de spits.

Viaduct Vilvoorde - Saneren viaduct R7: uitzettingsvoegen en waterdichting: van 20/6 tot 7/9/2011
Er wordt gewerkt in een 24/24 - 7/7 regime. Zeer ernstige hinder op de binnen- en buitenring, met een piek in de hinder vanaf half augustus tot 7 september.

A12 Structureel onderhoud tussen provinciegrens Antwerpen en Meise, najaar 2011
Werken worden 24/24u uitgevoerd. In de spitsperiode zijn er steeds 3 rijstroken in de richting van Antwerpen of Brussel beschikbaar. Beperkte hinder

E313 – Kempense Noord Zuid verbinding: Bouw van een brug, juni 2011 – maart 2012.
Tijdens deze werken zullen plaatselijk 2 versmalde rijstroken beschikbaar zijn. Er zijn 2 weekends (tussen half oktober 2011 en half december) waarop de E313 volledig afgesloten wordt. In deze fase wordt het verkeer plaatselijk omgeleid. Beperkte tot matige hinder. Ernstige hinder tijdens de weekendafsluitingen.

E34 – tussen Zoersel en Turnhout: Structureel onderhoud, najaar 2011
Duurtijd van de werken wordt tot een minimum beperkt (ongeveer één maand). Eén rijstrook blijft beschikbaar. De uitvoeringsperiode wordt bepaald door de uithardingsperiode van het beton. Deze werf is opgesplitst in verschillende deelwerven. Ernstige hinder

E34 – Tussen Turnhout en Nederlandse grens: Vervangen verlichting, najaar 2011
Duurtijd van de werken wordt tot een minimum beperkt (ongeveer één maand). Eén rijstrook blijft beschikbaar. Matige hinder

E40 –tussen Affligem- Gent: asfaltherstellingen, najaar 2011
Er wordt ’s nachts of 24/24u gewerkt, matige tot ernstige hinder

E34/N49 - Structureel onderhoud tussen Wachtebeke en Zelzate en tussen Kaprijke en Eeklo (N456 en de N455), richting Knokke.
Er zal 24/24 gewerkt worden. De werken zullen in twee fases uitgevoerd worden. Fase 1: tussen Wachtebeke en Zelzate - in najaar 2011. Fase 2: tussen Kaprijke en Eeklo, richting Knokke - in het voorjaar 2012.

Hoe scoren Vlaamse universiteiten in onderzoeksmanagement?

In uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF) installeerde de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) in februari 2010 een commissie van externe deskundigen met de opdracht om de kwaliteit van het onderzoeksmanagement en de werking van de onderzoeksraden van de Vlaamse universiteiten te beoordelen. De opdracht omvatte zowel een evaluatie van de toekenning van onderzoeksfinanciering (in het bijzonder de middelen uit de Bijzondere Onderzoeksfondsen – BOF) als van het voeren van een onderzoeksbeleid; bovendien werd zowel het onderzoeksmanagement op het niveau van de individuele universiteiten als op het niveau van de overheid doorgelicht. De externe commissie, onder het voorzitterschap van prof. R. Reneman (Universiteit Maastricht), vormde haar oordeel op basis van de zelfevaluatiedossiers van de Vlaamse universiteiten en een gemeenschappelijk standpunt over het overheidsbeleid. Deze informatie werd aangevuld tijdens gesprekken met de verantwoordelijken voor het onderzoeksbeleid van elke universiteit, alsook met vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid en de administratie. De bevindingen, conclusies en aanbevelingen werden gebundeld in een openbaar rapport dat op 9 december 2010 aan de rectoren werd overhandigd.

In haar algemene conclusies stelt de commissie dat de universiteiten zorgvuldig te werk gaan bij het beheer, de toewijzing en de besteding van hun onderzoeksmiddelen. Ten opzichte van de vorige externe beoordeling in 2004 wordt gewezen op enkele positieve evoluties, bvb. de aandacht voor talentontwikkeling en loopbaan-perspectieven voor jonge onderzoekers door het invoeren van een tenure track stelsel en de vorming van Doctoral Schools. Meer aandacht mag er volgens de leden van de commissie uitgaan naar de vorming van strategische zwaartepunten en naar de ondersteuning van multidisciplinair onderzoek. ‘Willen universiteiten meedingen naar Europese middelen, dan zullen ze meer gezamenlijk op moeten trekken, in plaats van elkaars concurrent te zijn’. De commissie adviseert de universiteiten ten slotte nog om een gestandaardiseerde cyclische evaluatie van het onderzoek zelf te organiseren en maatregelen vast te leggen die de wetenschappelijke integriteit (gevallen van plagiaat en vervalsing) moeten bewaken.

De commissie somt bovendien enkele bekommernissen op ten aanzien van het overheidsbeleid inzake wetenschap en innovatie. De eerste en voornaamste is het uitblijven van de benodigde middelen, ondanks de duidelijke voornemens die de Vlaamse regering uitspreekt. ‘De diagnose was goed, maar de behandeling faalt’, stelt de commissie. De budgettaire crisis en de afvlakking van de toename van de middelen voor wetenschap en innovatie versterkt dit enkel nog meer. Het valt de commissie wel op dat, ondanks de achterblijvende financiering, het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen in het algemeen een goed niveau bereikt en op sommige plaatsen zelfs uitstekend is. Ten tweede vraagt de commissie bijzondere aandacht voor het verstoorde evenwicht tussen de beschikbare middelen voor niet-gericht (fundamenteel) en gericht (toegepast) onderzoek. Er wordt gewezen op het gevaar van een te grote druk op de middelen voor het fundamenteel onderzoek, meer bepaald op de Bijzondere Onderzoeksfondsen. Een herziening van de sleutel die de verdeling van deze laatste stuurt, wordt bepleit. In dat verband verwelkomt de commissie de uitbouw van het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor Sociale en Humane Wetenschappen. Als laatste belangrijke knelpunt duidt de commissie op de beperkte mogelijkheden om een positie te verwerven in het reguliere kader van het Zelfstandig Academisch Personeel (professorenambt); dit belemmert de loopbaanontwikkeling voor heel wat jonge onderzoekers.

In een apart deel worden specifieke conclusies en aanbevelingen geformuleerd ten aanzien van de zes universiteiten afzonderlijk. Het volledige rapport leest u hier.

STAM verwelkomt 50.000ste bezoeker

STAM 06Rond 10 uur dinsdagochtend kwam Thomas Van Eenaeme met zijn klas, het 7de jaar haartooi uit het PIHS uit Gent naar het STAM voor een rondleiding. Tot hun verassing verwelkomde het STAM net op dat ogenblik zijn 50.000ste bezoeker. Alle studenten werden in de bloemetjes gezet met leuke STAMgadgets en een gratis drankje in het STAMcafé. Bovendien schonk het STAM 500 euro aan Music For Life, 1 eurocent voor elke bezoeker die al over de vloer kwam. En de 50.000ste STAM bezoeker mocht kiezen welk nummer het STAM daarvoor wou. Thomas koos voor 'Envoi' van Absynthe Minded. Het STAM is erg tevreden met 50.000 bezoekers op twee en een halve maand tijd. 30 % van dit aantal komt uit de leeftijdscategorie 26-55 jarigen en dat is zeker en vast een opsteker.

Tot nu toe kwamen heel wat mensen naar het STAM voor de vaste opstelling Het verhaal van Gent in de abdij. Nog tot 1 mei is ook de tijdelijke tentoonstelling Belichte stad te zien in het klooster. Licht en donker bepalen het leven van de stad. Dat is het uitgangspunt van 'Belichte stad', de eerste in een reeks van tijdelijke tentoonstellingen over stedelijkheid. Curator van 'Belichte stad' is Terenja van Dijk. De tentoonstelling vormt een drieluik. De rode draden zijn de invloed van licht op het leven in de stad en haar architectuur, en de symbolische betekenis van licht.  lees meer   Vanaf nu zijn er ook cadeaubonnen te krijgen in het STAM. Doe uw vrienden, familie, kennissen en/of relaties een bezoek aan het museum, een aankoop in de STAMshop en/of een traktatie in het STAMcafé cadeau! Ook het boek Gent, stad van alle tijden is een pracht van een cadeau om te geven en te krijgen. Tot 31 december krijgt u er een gratis poster en een toegangsticket voor het STAM bovenop. Vanaf 1 januari kost het boek in de boekhandels € 49,95, maar in de STAMshop blijft de lanceringsprijs van € 39,95 ook na deze datum van kracht.

maandag 20 december 2010

Immigranten en etnische minderheden vaker depressief

Onderzoekers van de vakgroep Sociologie van de UGent concluderen uit een grootschalige studie dat immigranten en etnische minderheden in heel wat Europese landen waaronder België meer depressieve symptomen ervaren dan de autochtone bevolking. Belangrijke oorzaken van deze verschillen zijn discriminatie en een moeilijke financiële situatie. Ook de regio van herkomst van migranten en etnische minderheden blijkt een bepalende factor te zijn. De onderzoekers constateren dat immigranten en etnische minderheden twee verschillende groepen vormen, en dus door beleidsmakers ook als dusdanig benaderd moeten worden.

In een groot aantal Europese landen rapporteren immigranten en etnische minderheden meer klachten van depressiviteit dan autochtonen. Dit is voornamelijk het geval in West- en Noord-Europese landen. Zo ervaren immigranten in Frankrijk, Zwitserland, Estland en Zweden tot 18% meer depressieve gevoelens dan de autochtone bevolking. Bij etnische minderheden ligt dit percentage nog hoger. Etnische minderheden in Nederland, Frankrijk en Estland rapporteren tot 29% meer depressieve symptomen. In Denemarken en Zweden loopt dit zelfs op tot 58%. Ook in België ervaren etnische minderheidsgroepen tot 41% meer klachten van depressie. De mentale gezondheid van immigranten daarentegen is in België gelijkaardig met de autochtone bevolking. In de meeste Zuid- of Oost-Europese landen merken de onderzoekers geen verschil met de autochtone bevolking. Dit komt niet doordat immigranten en etnische minderheden in die landen klachten hebben, maar doordat daar ook de mentale gezondheid van de autochtone bevolking een stuk slechter is. Tot op heden waren er hierover geen betrouwbare gegevens die internationaal konden worden vergeleken. Onderzoekers van de vakgroep sociologie van de universiteit Gent konden dit thema voor het eerst bestuderen met behulp van de data van de European Social Survey. Ze maakte hiervoor gebruik van informatie van meer dan 36.000 respondenten uit 23 Europese landen.

Drie belangrijke oorzaken van de verhoogde frequentie en ernst van klachten van depressiviteit bij immigranten en etnische minderheden zijn regio van herkomst, etnische discriminatie en een moeilijke financiële situatie. Zo blijkt het risico op depressieve gevoelens het grootst te zijn voor immigranten uit Zuid- en Oost-Europa en van buiten Europa. Ook etnische discriminatie is een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van depressieve gevoelens bij deze groepen. Tot 40% van de toename in depressie symptomen bij etnische minderheden kan immers verklaard worden door ervaringen van etnische discriminatie. Bij immigranten is dit ongeveer 18%. Een laatste zeer belangrijke oorzaak blijkt de moeilijke financiële situatie te zijn, waarin deze groepen zich vaak bevinden. Zo zijn immigranten en etnische minderheden vaker werkloos en komen ze moeilijker rond met hun inkomen. De onderzoekers tonen ook aan dat immigranten voor hun migratie geen hogere vatbaarheid voor depressie vertonen. Etnische discriminatie en achterstelling vormen de directe oorzaken van verhoogde klachten van depressiviteit.

Deze studie toont ook aan dat immigrantengroepen en etnische minderheidsgroepen twee verschillende groepen zijn. Zowel onderzoekers als beleidsmakers identificeren immigranten vaak op basis van hun geboorteplaats en die van hun ouders. De onderzoekers van Universiteit Gent tonen echter aan dat bijna 50% van de etnische minderheden op basis van deze definitie als autochtoon wordt beschouwd. Bij het opstellen van beleidsvoorstellen is het dus belangrijk dat de juiste doelgroep voor ogen wordt gehouden.

Link:
http://www.springerlink.com/content/j8mm282r405560un/

vrijdag 17 december 2010

Gent opnieuw genomineerd als meest horecavriendelijke stad van Vlaanderen

Horeca deelnemers De Stad Gent is voor de derde keer genomineerd als Meest horecavriendelijke stad van Vlaanderen voor de jaarlijkse Horeca Awards. Zowel in 2008 als 2009 veroverde Gent de felbegeerde titel. De Stad Gent neemt het deze keer op tegen Hasselt, Sint-Niklaas en Blankenberge. Schepen Mathias De Clercq: “De Stad Gent wist de jury, bestaande uit de voorzitter van het Horeca Magazine en de stafmedewerkers van het VVSG, te overtuigen dankzij een hele reeks maatregelen die de Gentse horeca ondersteunen. Met onder meer de heraanleg van de centrumpleinen, het startersbeleid met de starterscontracten en de startersevents, de subsidie voor gevelrenovatie, het horecazine, het reeds eerder bekroonde horecabeleidsplan, de werking van de horecacoach, het reglement Gent Ondernemende Stad, het Ondersteuningspunt Ondernemers Gent, de inzet van infostewards, de organisatie van avondshoppen en de vrijstelling van terrastaksen bij grote werkzaamheden”.

Niet alleen de Stad Gent kan op maandag 7 februari 2011 in de prijzen vallen. In de categorie ‘betere frituur/meeneem – afhaal’ werden twee Gentse horecabedrijven genomineerd: Frit-uurke Nathalie uit de Voetweg en frituur/broodjeszaak Eat-it uit Mariakere. Die laatste won vorig jaar nog de titel in deze categorie. Eat-it maakt ook in de categorie ‘broodjeszaken/snackbar’ kans op de titel. En in de categorie ‘traditionele Belgisch/Franse keuken’ werd restaurant Zilt , gelegen aan het Stapelplein genomineerd.  Tot slot werd ook Indisch restaurant Salt ’n Pepper gelegen aan het Koningin Maria Hendrikaplein genomineerd en wel in de categorie ‘andere keuken’. Salt ’n Pepper werd vorig jaar nog tweede in deze categorie. Alle genomineerden dingen automatisch mee naar de prijs van horeca-ambassadeur van Vlaanderen, een award waaraan een prijs ter waarde van 11.000 euro is gekoppeld. Op maandag 7 februari 2011 worden de winnaars bekendgemaakt tijdens de slotshow in de Limburghal in Genk.

Theater Taptoe ontvangt 175.000 euro om erfgoed te bewaren

Genoveva Vlaams minister Joke Schauvliege kent een subsidie toe van 175.000 euro om het erfgoed van Figurentheater Taptoe een definitieve bestemming te geven. Theater Taptoe heeft in haar meer dan 40-jarig bestaan een belangrijk erfgoed opgebouwd. “Dat mag niet verloren gaan, daarom heb ik een aanzienlijke som vrijgemaakt om het roerend erfgoed te inventariseren, te beschrijven, te restaureren indien nodig, en het een definitieve bestemming te geven”, licht de minister haar beslissing toe.

Het figurentheater Taptoe werd in 1968 opgericht door Luk De Bruyker en evolueerde onder de artistieke leiding van Freek Neirynck (1978-2003) van een traditioneel draad-poppengezelschap naar een gezelschap met acteurs en figuren. Eind mei 2010 stopte het Gentse Theater Taptoe noodgedwongen, een beslissing uit de vorige legislatuur. Minister van Cultuur Joke Schauvliege maakt nu 175.000 euro vrij om het rijke erfgoed van Taptoe te inventariseren, te beschrijven, indien nodig te restaureren en het een definitieve bestemming te geven. De collectie bestaat uit stukken van Luk De Bruyker van voor de oprichting van de vzw Theater Taptoe en de stukken vanaf 1978 (oprichting vzw) tot mei 2010.

De collectie van Luk De Bruyker omvat circa 50 handgemaakte poppen van producties tussen 1965 en 1978 zoals De Gelaarsde Kat, Aladdin, Hans en Grietje, Assepoester, De Kleine Prins enz. Verder ook enkele oude stangpoppen afkomstig van een traditioneel Gents stangpoppenspel uit het begin van de 20ste eeuw. Daarnaast een collectie authentieke Turkse schimmen gemaakt door Toron Celebi. Tot het erfgoed van de vzw Theater Taptoe behoren poppencollecties uit meer dan 30 producties, decorstukken, ontwerpen van decor, poppen en kostuums, de originele speelbanden van een 20-tal producties, opnames van de vaak originele muziek van 30 producties, een uitgebreid archief met foto’s, knipsels, affiches, speelteksten, buitenlandse souvenirs enz.

Minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Om al het materiaal een definitieve bestemming te geven, wordt samengewerkt met erfgoedcentrum ‘Het Firmament, (t)huis voor figurentheater’ uit Mechelen. Onder hun leiding zal onderzocht worden waar het materiaal best bewaard of getoond wordt. Dat kan gaan om Gentse instellingen zoals het STAM, het Amsab, het Huis van Alijn, het Europees Figurentheatercentrum, De School van Toen of andere niet-Gentse centra zoals het Vlaams Theater Instituut in Brussel of het Teirlinckhuis in Beersel. Maar vooraleer de collectie van Taptoe verspreid wordt, komen er in 2011 nog twee tentoonstellingen in Vlaanderen. Daarna zou de tentoonstelling naar het wereldfestival voor het figurentheater in Charleville-Mézières reizen. Ik kijk ook uit naar de productie die Luk De Bruyker zelf, met het erfgoed van Taptoe als basis, in elkaar aan het steken is.”

Gent naar de maan

Buitenspeeldag 16Gent naar de maan is de uitdagende naam van een nieuw inspraakproject van de Gentse Jeugddienst. Samen met de landelijke Jeugddienst Globelink stippelt de Jeugddienst een nieuw inspraaktraject uit voor jongeren tussen 16 en 23 jaar. Schepen Mathias De Clercq zoekt een vijftiental Gentse jongeren die grote plannen hebben voor hun stad. Jongeren tussen 16 en 23 jaar gaan samen op zoek naar de thema’s die voor Gent écht belangrijk zijn. Het blijft niet bij praten alleen, ook actie staat op het programma. Het startmoment vindt plaats op zaterdag 12 februari 2011 om 14 uur in het Hoefslagstraatje (aan de Langemunt). Aan de jongeren wordt een engagement gevraagd van een zestal bijeenkomsten bij te wonen tussen februari en mei 2011. Meer informatie is te vinden op de website www.jeugd.gent.be of de Facebookpagina ‘Gent naar de maan’.

Met dit project wil het Gentse stadsbestuur jongeren de kans geven om mee na te denken en mee vorm te geven aan het stedelijke beleid. Het stadsbestuur is er immers van overtuigd dat het als overheid jongeren de kans moet geven om hun standpunt kenbaar te maken en de kloof met de verschillende overheden en administraties te overbruggen. Het is onder meer een opdracht voor de Gentse Jeugddienst om te blijven zoeken naar succesvolle methodes die dat mogelijk maken. Voorbeelden hiervan zijn onder meer de projecten ‘Thuis in ’t stadhuis’, het radioprogramma JUS en nog vele anderen.

Klant verkiest e-ID om bankrekening te openen

Sinds de lancering van Landbouwkrediet Direct hebben de meeste nieuwe cliënten voor hun elektronische identiteitskaart (e-ID) gekozen om online een rekening te openen. Alleen bij Landbouwkrediet kan iedereen volledig elektronisch (dus zonder bezoek aan een kantoor of het nasturen van papieren) cliënt worden van de bank en online een rekening openen of een belegging onderschrijven. Via deze weg biedt de bank een online zichtrekening en twee online boekjes aan. Ook intekenen op maatschappelijke aandelen van de bank is mogelijk. Online cliënt worden bij Landbouwkrediet kan in 4 muisklikken vanaf de site www.landbouwkredietdirect.be . Eenmaal alle persoonlijke gegevens ingevuld zijn kan de cliënt bevestigen via de elektronische identiteitskaart. In tegenstelling tot andere Belgische banken hoeft de cliënt bij Landbouwkrediet dus geen documenten af te printen en op te sturen. Het volledige proces kan elektronisch worden afgehandeld. Maar de klassieke formule blijft mogelijk voor cliënten die nog niet beschikken over een kaartlezer. Zij kunnen de noodzakelijke documenten afdrukken, ondertekenen en nasturen.

De online procedure en het gebruik van de kaartlezer zijn 100% veilig. Rik Duyck van Landbouwkrediet, licht toe: “Het nieuwe online kanaal is efficiënt en veilig. Landbouwkrediet is de allereerste bank die de mogelijkheid biedt om te bankieren zonder papieren. Dit wil zeggen dat de hele aanvraag om cliënt te worden nu van thuis uit te regelen is. Daarmee bereiken we als bank een publiek dat we tot nu toe weinig bediend hadden: de stedelijke bevolking en mensen die niet onmiddellijk in de buurt van een Landbouwkrediet agentschap wonen”. Het cliënteel is blijkbaar goed vertrouwd met deze procedure. Rik Duyck: “Uit onze cijfers blijkt dat 60% van het cliënteel de procedure volledig online afwerkt door middel van de e ID en kaartlezer. Landbouwkrediet Direct speelt dus duidelijk in op de vraag naar minder administratie bij de modale cliënt”.